visie

Het buurthuis richt zich naar alle buurtbewoners uit de Ridderbuurt. Er is specifiekeaandacht voor de meest kwetsbare en/of kansarme doelgroepen. Ondanks de stijgende prijzen op de private woonmarkt blijft er een grote concentratie van kwetsbare mensen in deze buurt door de aanwezigheid van vele sociale woonblokken (Vriesenhof, Valkenplein, Fabota, …).

Binnen het buurthuis streven we twee grote doelen na. We werken aan de leefbaarheid in de Ridderbuurt en proberen de cirkel van kansarmoede en sociale uitsluiting van mensen te doorbreken. Door hier blijvend aan te werken, vergroten we de draagkracht van bewoners en bewonersgroepen uit de buurt, stimuleren we de sociale vaardigheden van mensen in armoede, doorbreken we het sociale isolement waar sommige mensen in zitten en kunnen mensen bijvoorbeeld door vrijwilligerswerk terug aansluiting vinden met de maatschappij.
 
In het buurthuis werken wij - zoals in de volledige vzw - met de methodiek van de
geïntegreerde basisschakels (link met algemeen deel). Een aantal uitgangspunten vloeien hier logisch uit voort:
 
1 Kleinschaligheid
 
We merken dat individueel en in kleine groep werken erg zinvol kan zijn. In een maatschappij waar schaalvergroting en informatisering steeds meer plaats innemen, merken wij dat onze kwetsbare doelgroep steeds meer uit de boot dreigt te vallen. Via persoonlijke gesprekken, huisbezoeken, … proberen wij ook deze groep mee te krijgen. 
 
Ook binnen onze erkenning als vereniging waar armen het woord nemen is dit een duidelijke keuze. Met kleine groepjes gaan we naar beleidsvergaderingen, nemen we deel aan de algemene vergadering en de werkgroepen cultuur/energie van het Vlaams Netwerk (het vroegere Vlaams Forum).
 
2 Participatie van de bezoekers/bewoners
 
Het actief betrekken van de bezoekers gebeurt via informele contacten en via het buurtforum en andere planningsvergaderingen. Heel wat beslissingen liggen mee in handen van de bezoekers: menu, openingsuren, organisatie en keuze van activiteiten, aankoop van een nieuw servies, ... Mensen worden op verschillende manieren aangesproken om actief mee te participeren: brieven, affiches, persoonlijke gesprekken en huisbezoeken.
 
3 De kruispunt-functie
 
Het buurthuis is een open huis. Mensen komen langs met hun kleine en grote zorgen. Samen met hen proberen we mee te zoeken naar oplossingen. Dit gebeurt soms via een heel individuele aanpak. We proberen te zoeken naar de meest gepaste doorverwijzing. Zo hebben we regelmatig contact met de wijkmanager, de sociale dienst van Dijledal, Open school, OCMW, … Dit kan zowel op een structurele manier (adviesraad of overleg) als informeel. We hebben hier een signaalfunctie, rechtstreeks vanuit de basis. Via de werkgroepen van het Vlaams Netwerk zoeken onze bezoekers actief mee naar structurele oplossingen.
 
4 Keuze voor het basiswerk
 
Dit is een expliciete keuze. Het buurthuis zelf moet een draaischijf zijn waarin heel wat gebeurt: vele en verschillende bezoekers, allerlei activiteiten, voortdurend werken aan een lage drempel, veel praten met de mensen, inspelen op de behoeften van de mensen (bv. veel buurtmaaltijden), het voortdurend onder de aandacht brengen van het buurthuis in de buurt (Buurtflits en specifieke activiteiten), uitbouwen van vertrouwensbanden met de buurthuisbezoekers, ...
 
5 Culturele participatie
 
Voor de meeste buitenstaanders is deelname aan het culturele leven de laatste zorg van (kans)arme mensen. Men veronderstelt veel te gemakkelijk dat (kans)arme mensen vooral af te rekenen hebben met de basisbehoeften: geld, gezondheid, een onderkomen en brood op de plank. Het is een hardnekkig misverstand dat cultuur een luxe zou zijn. Niets is minder waar. Culturele armoede is dus ook een vorm van uitsluiting.
 
De culturele participatie verloopt in samenwerking met heel wat organisaties: het Vlaams Netwerk, het cultureel centrum, OCMW, Open School, ... De beleidskeuzes van de stad Leuven rond cultuurparticipatie kregen net vorm door overleg tussen de verschillende partners.
 
6 Sociale mix
 
Als buurtwerking mogen we niet alleen aandacht hebben voor de kansarme doelgroep. Een buurt bestaat uit een diversiteit van mensen en organisaties. Een goede buurtwerking probeert net deze krachten te bundelen.
Dit is zeer belangrijk omdat je op die manier twee zaken vermijdt, namelijk dat (1) de ‘kansarme’ groep in zijn clubhuis geïsoleerd raakt en dat (2) de ‘niet-kansarme’ groep even goed op een eilandje blijft leven en vooral denkt dat de buurtwerking niet op haar / hem is gericht.